De natuur ontwaakt, groeit en bloeit. Haar cyclus beweegt, uiteraard, door en dat is een verademing, als je het mij vraagt.
De Vlier vlakbij mijn voordeur laat haar bladeren groeien samen met de kleine bloemknopjes. De, nu nog, kleine bladeren van de Hazelaar zijn niet te missen, de vele Paardenbloemen kleuren het gras geel, ook de zee van Hondsdraf baant zich een paarse weg door het gras en de Witte Dovenetel staat trots te dansen in de wind. Hommels zoemen langs me heen.
Dit, dit is de plek waar de tijd voort beweegt en stil staat tegelijkertijd. Dit is de plek waar mijn lijf ontspannen kan, waar ik mijn hoofd legen kan.



